Veel mensen die trainen met hun paard werken via een “methode” die weer gebaseerd is op een bepaalde traininglogica. Maar veel mensen weten niet wat het nu precies inhoud… In dit artikel ga ik in op het belangrijkste principe van het trainen van een paard (of elk ander dier), namelijk “R+ en R-“. Ook wel Positive Reinforcement (R+) en Negative Reinforcement (R-) genoemd. Als je een dier traint werk je eigenlijk ALTIJD via R+ of R-, dus dit is een basis principe dat iedereen zou moeten leren snappen en vooral begrijpen.
Wat doet training met een paard? Waarom werk je op een bepaalde manier? Wat is die R+ en die R- nu eigenlijk precies?
Als wij met een paard trainen gebruiken we bewust of onbewust altijd een vorm van R+ of R-: we sporen het paard aan, we zetten druk op een halster als hij mee moet, we geven wat lekkers als hij zich goed gedraagt, geven hem een klopje of een aai, laten hem de hals even strekken…. We zijn altijd bezig met een bepaalde vorm van motiveren en belonen voor een bepaald gedrag van een paard. Dit houd ik dat we dus altijd bezig zijn met gedrag aan- of afleren.
Om het enorm eenvoudig uit te leggen waar die R+ en R- voor staan en aan te geven waarom veel mensen kiezen voor R+ voor vrijheidsdressuur zou je eigenlijk kunnen zeggen dat R+ gelijk staat aan belonen door toevoegen en R- gelijk staat aan belonen door weg te nemen.
Een aantal voorbeelden van R- die iedereen wel eens gebruikt:
– Het aansporen van een paard, belonen door het been weg te nemen
– Het meenemen van een paard, druk op het halster betekend meekomen, toont het paard het goede gedrag (volgen) word de druk weggenomen
– Het opzij zetten van een paard, druk zetten tot het paard wijkt, beloning is weer het weg nemen van de druk
– Het halsstrekken tijdens het rijden is een vorm van R- beloning: je neemt de concentratie van het werk heel even weg
Het R- trainen is dus ideaal voor situaties waarbij het paard vrij eenvoudig gedrag moet vertonen. Zo is bijvoorbeeld het geven van druk om bepaald gedrag te vragen het beste voorbeeld. Wanneer je een paard achterwaarts zet duw je bijvoorbeeld op de borst: je geeft druk. Wanneer het paard achteruit stapt neem je deze druk weg. Het paard leert dus dat druk de factor is waarvoor hij opzij moet en wanneer hij dat doet hij dus ‘beloont’ word door het wegnemen van de druk.
Bij een methode zoals Parelli word ook continue met druk gewerkt. Hierbij word de druk dan ook opgebouwd in fases: bij geen reactie ga je een fase hoger waardoor de druk ook harder word. Het paard leert dus dat wanneer hij niet bij minimale druk reageert de druk word opgebouwd en word dus ‘geshaped’ om op steeds kleinere druk te gaan reageren.
Het werken met R+….
Bij het werken met R+ zitten veel mensen in het werken met voedsel. Dit is de meest toegankelijke en meest leuke manier voor het paard om te trainen in de R+. Maar er is meer wat je kunt ‘toevoegen’ als beloning:
– Voedsel (meest toegankelijk en voor elk paard geschikt meestal)
– Een oefening die het paard helemaal geweldig vind
– Een knuffel/aai (weinig paarden vinden dit echt goed)
– Stem beloning (zelf gebruik ik dit als ‘bonus’ bovenop voedsel)
– Even lekker een rondje rennen/spelen met je paard
Verder word er nog regelmatig met R- getraind in het vrijheidsdressuur. Zelf vind ik dit erg jammer, de meeste paarden vinden R- in het vrijheidsdressuur niet fijn…. Wanneer je namelijk met R- iets gedaan wil krijgen van je paard moet je op andere manieren druk gaan zetten om oefeningen uit te voeren, vaak met ongemak van het paard tot gevolg. Een aantal voorbeelden:
– De beenlonge waarmee het paard via druk word ‘gevraagd’ om te knielen/liggen
– De jambette aanleren door flink druk te zetten op een been en enkel de druk weg nemen wanneer het paard zijn been optilt
– Het steigeren aanleren door flink druk te zetten en pas weg te nemen wanneer het paard omhoog komt
Natuurlijk is dit wel mogelijk, maar persoonlijk vind ik R- niet geschikt voor vrijheidsdressuur.
Wel word R- nog vaak gebruikt in het vrijheidsdressuur, maar dan in combinatie met R+ waardoor de druk nooit te hoog hoeft te worden opgevoerd om het paard te kunnen belonen met de druk wegnemen. Neem bijvoorbeeld het aanleren van de jambette: dit leer ik altijd aan door zachtjes op het been te tappen tot het been omhoog komt (R-) maar click altijd op het moment dat het been daadwerkelijk van de grond komt en beloon hier voor (R+).
Een ander goed voorbeeld van R- in combinatie met R+ is natuurlijk het voetje kruisen: je geeft druk om het paard opzij te laten stappen voor het voetje kruisen, maar beloont voor het moment dat het paard uiteindelijk gekruist staat.
Naast het feit dat R+ leuker (‘positiever’) is voor het paard, is het ook een heel stuk makkelijker om natuurlijk gedrag op commando te gaan shapen…. Het is lastig om met druk maar zonder dwang je paard te leren liggen om te kunnen belonen met druk wegnemen…. Wat veel makkelijker is is om met bijvoorbeeld een bridge als de clicker het paard te laten weten ‘hoe geweldig knap!!!’ hij is en hij dus wat lekkers krijgt. Hiermee krijg je een veel gemotiveerder paard die op ten duur dolgraag gaat zoeken welk gedrag bij jou in de smaak valt. Hierdoor krijg je dat je paard steeds meer gedrag gaat aanbieden en ook makkelijker zal herhalen wanneer je ervoor beloont. Voor grondwerk is R- ideaal omdat het uit natuurlijke reacties uit druk bestaat, soms in combinatie met R+ om te ondersteunen, maar voor vrijheidsdressuur is absoluut de R+ manier aan te raden (met eventuele ondersteuning van R-….)
Het belangrijkste wat ik iedereen hiermee wil zeggen: Doe wat voor jou en je paard werkt! Maar houd het zo leuk mogelijk…. En wees niet bang dat er bergen eten doorheen gaan tijdens het werken met voer: ik werk met 1 á 2 handjes bix per sessie, per paard….
© 2017 Visibre Team